purper 44
jaargang 7 2016
PRATEN!

Het ministerie van VWS startte na de zomer een publiekscampagne om het taboe op depressie te doorbreken. Hoe nodig is deze campagne volgens onze specialisten, allen werkzaam bij het -TOP GGz erkende- Expertisecentrum Depressie? 


Door Hanneke Sizoo



Marcel Nijenhuis, zorgmanager 

‘Depressie is volksziekte numero 1. Alleen al het aantal burn-outs is sky high. Depressiviteit wordt deels veroorzaakt door de westerse gedachte dat het leven een succes moet zijn. Meehollen op Facebook, niet iedereen kan dat bijbenen. De druk onder middelbare scholieren is groot. Social media laat vooral zien dat het goed met je gaat. De cultuur van het ‘liken’ maakt het lastig te erkennen dat het tegen zit.


Vroeger hadden mensen een midlifecrisis rond hun veertigste levensjaar. Je ziet nu dat steeds meer eind-dertigers in de problemen komen. Ze moeten ‘pieken’, op het gebied van werk, relaties, studie, kinderen.


Vijftig procent van depressie is ‘verstilde agressie’ ofwel agressie die geen kant op kan, hij implodeert. Omgaan met tegenslag en woede hebben we niet goed geleerd, waardoor somberheid meer ruimte krijgt. We worden te weinig bevraagd op waar we voor staan, naar wat zin geeft. Dat heeft vooral te maken met het idee dat het leven maakbaar is. 


Eenzaamheid is een groot probleem. Wie ken je nog in je omgeving? Als je in de war bent is het ‘maatjesgevoel’ belangrijk. Iemand die je meeneemt. Naar een soos, de kerk, de motorclub, het maakt niet uit. Het gaat er om dat je ergens bij hoort.


Zeker, er rust een taboe op depressie. De publiekscampagne die nu loopt prikkelt, zet aan tot een gesprek en nodigt mensen uit: als je een dip hebt, maak het bespreekbaar in je omgeving. Het is goed dat volwassenen en jongeren laten zien: ik heb ook wel eens een dip. Zo deel je je kwetsbaarheid. Er ligt een taak voor ouders, scholen, buren en familie. We zullen eerder moeten interveniëren, jongeren leren hoe zij met tegenslagen kunnen omgaan.

 

Niet iedereen heeft meteen hulp nodig van de GGZ. Preventie is zo belangrijk. ‘De verwarde personen’ zijn een exponent, de uitkomst van een langdurig proces. Depressie is overal, het kan ook je buurman zijn die er mee kampt. De boodschap: wend je er niet van af. Ook al weet je niet precies wat je moet doen.’ 


04

Scroll naar beneden om het artikel te lezen

Wil je dit delen?
Wil je reageren?
NIET WEGKIJKEN,
Publiekscampagne over depressie hard nodig
‘De cultuur van het ‘liken’ maakt het lastig te erkennen dat het tegen zit’

Annemarie van der Meij, psychiater en programmaleider

‘Depressie is een ziekte die dichtbij komt, ingrijpend is. Het bepaalt je denken, je gevoel, zonder dat het zichtbaar is. Hoe leg je een ander uit dat je niet goed kunt nadenken, de start van de dag een probleem is? Of dat het niet lukt te ontbijten of aan te kleden? Het is moeilijk helder te maken voor je zelf, laat staan voor een ander. Bovendien kan het lang duren voordat het je duidelijk wordt dat je een depressie hebt. Mensen met een depressie vallen stil, zijn vaak inactief. Dat wordt door de buitenwereld meestal niet begrepen. 


Heb je een depressie, dan is denken en voelen lastig. Volgens de DSM-classificatie ben je het grootste deel van de dag somber, iedere dag, langer dan twee weken. Je kunt niet genieten, bent bang, nerveus, je hebt nergens zin in, je neemt geen initiatief.


Meestal zijn er ook lichamelijke signalen. Je kunt je niet concentreren, een gesprek voeren of tv kijken is lastig. Je krijgt je gedachten niet op een rij, iets onthouden lukt niet. Je hebt chaotische gedachten, je hebt weinig energie en voelt je futloos. Vaak is het slaap- en eetpatroon verstoord, en spelen er gewichtsproblemen.


Depressie komt in allerlei variaties en gradaties voor, de ene is de andere niet. Zowel omgeving als aanleg zijn van invloed, dat is een ingewikkeld samenspel. Sommige depressies zijn erfelijk bepaald en komen vaker binnen een familie voor. Ervaringen, lifeevents, overlijden, ziekte, het kunnen allemaal aanleidingen zijn voor een depressie. Daarnaast is de manier waarop je met deze gebeurtenissen omgaat bepalend. 


Sommige vormen van depressie gaan vanzelf over. Soms gaat men naar de huisarts of is psycho-educatie voldoende. Daar krijg je handvatten om de inactiviteit te doorbreken en een dagritme vorm te geven. Is er wel behandeling nodig, dan bestaat die uit psychotherapie of medicijnen, of beiden. Onze ervaring is dat een combinatie het meest effectief is. 


We hebben de multidisciplinaire samenwerking verbeterd, waardoor de cliënt nu zowel contact heeft met de spv, psycholoog als psychiater. Het samen behandelen werkt goed. Ook zijn de zorgpaden aangepast. De POH-GGZ en de basis-GGZ zorgen er voor dat de cliënten die doorverwezen worden naar de specialistische GGZ steeds complexer zijn. Hoe complexer, hoe langer er behandeling nodig is.’ 


‘Hoe leg je een ander uit dat je niet goed kunt nadenken, de start van de dag een probleem is?’

Jan Spijker, psychiater en hoofd zorgprogramma Depressie

‘Veel patiënten met een depressie reageren uiteindelijk niet goed op behandeling. De aandacht voor depressie is daarom nog meer nodig. Depressie is in Nederland een grote aandoening, het treft veel mensen en de prognose is lang niet altijd goed. Dat de overheid het belangrijk vindt hier aandacht aan te besteden is grote winst. Het doel is depressie eerder te herkennen en eerder te behandelen.


Op zich zijn de bestaande behandelingen niet slecht en doen de resultaten niet onder voor andere behandelresultaten. We zien echter dat er op de lange termijn een terugval is en de aandoening chronisch wordt. Ook al behandel je adequaat, het resultaat is ‘taaiig’. De aantallen gaan niet naar beneden maar blijven onveranderd hoog.


De koers is hier aandacht voor te vragen bij beroepsverenigingen en patiëntenverenigingen en het op de agenda te zetten voor de totale GGZ. We zetten in op verschillende knelpunten: Als mensen in behandeling komen, spelen er vaak al lange tijd klachten. Hoe langer het speelt, hoe minder effectief de behandeling is. Onze ervaring is dat mensen met een depressie te laat in beeld komen. Dus we moeten zorgen dat we er eerder bij zijn. In die zin sluit de campagne van de overheid mooi aan.


Een ander punt is dat we meer willen investeren in preventie, vooral voor mensen die voor het eerst klachten hebben. E-health kan daar een goede rol in spelen en is prima in te zetten voor de lichtere behandeling, ook bij jongeren. 


We weten heel goed wat werkt en wat niet werkt. Maar we weten minder goed welke behandeling voor wie het meest geschikt is. Er is dus gepersonaliseerd onderzoek nodig, zodat we op basis van kenmerken voorspellers voor depressie kunnen vinden en misschien wel groepen kunnen onderscheiden. Er is gelukkig geld beschikbaar gesteld voor onderzoek. De groei van de groep depressieven moet stoppen. Herkennen is van groot belang, maar vooral: niet wegkijken. Zie je iemand die somber of depressief is? Ga praten!’

‘Mensen 

met een depressie komen te laat in beeld’

Arjan Traksel, psychomotorisch therapeut (pmt)

‘Als pmt-er werk ik veel met mensen die een depressie hebben. Het onder begeleiding bewegen is voor de pmt-er geen doel op zich, maar een interventie die aansluit op de behandeling en het herstel bevordert. 


Het succes van bewegen valt of staat bij het methodisch inzetten, dat is de kracht. Doe je dat goed, dan maak je endorfine aan. Door minimaal twee keer per week aan runningtherapie te doen, bijvoorbeeld. Onze doelgroep heeft minder energie, zit veel in haar eigen gedachten. Door te bewegen voel je beter contact met je lichaam en ben je minder in gedachten.


De groep pmt-ers heeft een module geschreven waarin pmt gekoppeld is aan cognitieve gedragstherapie (CGT). Alles wat je in therapie leert kun je in de pmt-zaal ervaren. Stel, je vindt iets spannend. Het roept een negatieve gedachte op. Bijvoorbeeld: ‘Ik kan het toch niet. Zie je wel, ik ben waardeloos’. CGT helpt de cliënt bewust te worden van die gedachte. De behandelaar zoekt samen met de cliënt naar een helpende gedachte die de negatieve gedachte kan vervangen. Met behulp van pmt kun je dat meteen oefenen. We zoeken situaties op waarbij je de helpende gedachte kunt inzetten. Ook maken we de transfer naar andere situaties. Je lichaam liegt nooit. Dus het is belangrijk om de signalen te leren voelen en ze vervolgens te gebruiken om je grenzen aan te geven. 


We haken aan bij de CGT als bewezen behandelmethode. Het is een kruisbestuiving. Pmt versterkt het resultaat van de therapie, en de therapie geeft input voor pmt.’

‘Door te bewegen voel je beter contact met je lichaam en ben je minder in gedachten’

Expertisecentrum Depressie 

Het Expertisecentrum Depressie van Pro Persona is voor mensen die langdurig aan een depressie lijden en bij wie eerdere behandelingen niet of onvoldoende aansloegen. Het centrum biedt intensieve klinische behandeling en ambulante behandeling van chronische depressie, second opinions, nieuwe behandelingen die onderzocht worden, zoals rTMS en MBCT. Ook heeft het Expertisecentrum veel ervaring met minder gangbare antidepressiva, zoals Parnate. 


Dit jaar heeft het Expertisecentrum Depressie het prestigieuze TOPGGz-keurmerk in ontvangst genomen. De afdelingen met een TOPGGz keurmerk voldoen aan strenge criteria. Dit is een garantie dat zij zeer gespecialiseerde zorg bieden aan patiënten met ernstige, complexe en/of zeldzame psychiatrische aandoeningen waar de gewone tweedelijns geestelijke gezondheidszorg onvoldoende resultaat biedt. Dit betreft zo’n 5% van alle psychiatrische patiënten in Nederland. Deze patiëntendoelgroep verblijft nu nog te vaak en te lang in voor hen niet toereikende tweedelijnszorg of raakt volledig uit zorg. 


Meer informatie? 

www.propersona.nl/expertisecentrumdepressie 

Sluitenvorige pagina'svolgende pagina's
Sluiten

Reactie

Stuur een reactie naar de redactie
Sluiten