purper 37
jaargang 6 2015
06
VRIJWILLIGERS
Een paar honderd vrijwilligers zorgen voor iets om naar uit te kijken, zijn de link met de buitenwereld, of pakken mooi werk aan dat anders zou blijven liggen. In deze rubriek stellen we er vier aan je voor.


Door Arend-Jan Alberts


Tom van den Berg

Bezoekvrijwilliger Pompestichting


‘Ik bezoek iedere maand een patiënt die niet veel contact heeft. Dat doe ik nu ruim een jaar,’ aldus Tom. ‘Ik hoefde helemaal niet te wennen. Ik heb namelijk een aantal jaren geleden stage gelopen bij een TBS-kliniek in Groningen. Gek genoeg had ik er destijds niet veel gedachten bij. In tegenstelling tot mijn klasgenoten, die een uitgesproken mening hadden. Zeker omdat deze mensen zó iets ergs gedaan hadden. Tijdens de stage zag ik echter ook een heel andere kant. Ik tref vriendelijke mensen, die verkeerde keuzes hebben gemaakt en daarvoor gestraft zijn.’


Er was direct een klik met zijn ‘maatje’. ‘Ik leg gemakkelijk contact en ook hij is een praatjesmaker. We praten het meest over voetbal. Hij is een ongelooflijke voetbalfanaat. Ik bezoek zijn voetbaltrainingen, we spelen af en toe FIFA.’


‘Dit contact, dat is het. En daar kom ik ook voor. Hij mag vertellen wat hij wil, maar als vrijwilliger is het verstandig om afstand te nemen. Er zijn geen restricties, maar het wordt sterk aanbevolen om niet te veel over jezelf te vertellen. Dat doe ik dan ook niet.’


Voordat Tom aan de slag kon, werd in een gesprek op de Pompestichting beoordeeld of hij geschikt zou zijn als maatje. Met de ‘Verklaring omtrent het Gedrag’ op zak kon hij vervolgens aan de slag. ‘Ik ben begeleider op een woonlocatie voor lichtverstandelijk gehandicapten. Vanwege mijn onregelmatige werktijden is het vrijwilligerswerk af en toe lastig te plannen. Toch lukt het altijd ruimte te vinden.’


‘Een TBS-kliniek vormt een apart wereldje. Ik ben -net als tijdens mijn stage- blij als ik weer buiten sta. Aan de andere kant vind ik het niet vervelend om er naar toe te gaan. De jongens in de instelling kunnen niet naar buiten. Opvallend vind ik dat ze niet eens zo treurig ogen. Mogelijk hebben ze zich erbij neergelegd dat hun leven zich afspeelt op een klein stukje land. Dat maakt het voor mij des te mooier om iets te kunnen betekenen. Zeker als er verder weinig contact is. Dan ben ik toch een kleine link naar de buitenwereld.



‘Ik ben een kleine link naar de buitenwereld’

Gerda de Boer

Vrijwilliger Historisch museum Wolfheze


‘We krijgen allerlei mensen over de vloer. Van historische kringen en Lionsclubs, tot functionarissen van politie en justitie die in opleiding zijn. Maar ook nieuwe medewerkers, (oud-)cliënten en mensen die hun stamboom aan het uitzoeken zijn en er achter komen dat een familielid hier opgenomen is geweest. Dat is af en toe heel persoonlijk, maar ook waardevol om de familiegeschiedenis compleet te maken. Van alle cliëntendossiers is er 1 op de 10 nog aanwezig, sinds 1907! Hetzelfde geldt voor personeelskaarten. Heel interessant, zeker om het verleden in het heden te plaatsen.’


Gerda is nu zo’n tien jaar vrijwilliger bij het museum in Wolfheze. Ze meldde zich toen oprichter Cees Boersma, ‘hoeder van het erfgoed’, op zoek was naar medewerkers om het museum voort te zetten. Met vijf andere vrijwilligers runt ze nu het museum, dat gevestigd is in de voormalige barak voor besmettelijke ziektes. ‘Het museum bestaat nu 25 jaar, wij proberen ervoor te zorgen dat het behouden blijft. Geven het vorm en inhoud. Ik ga nu ook anders een museum in, kijk altijd hoe het is ingedeeld en hoe informatie wordt aangeboden.’


In het vrijwilligerswerk voor het museum gaat de nodige tijd zitten. ‘Ik ben zo’n vijtien uur per maand actief.’ Per toerbeurt ontvangen de vrijwilligers op woensdag mensen die zomaar komen aanwaaien of leiden ze groepen rond. ‘We tonen de ontwikkelingen van de Vereniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen, Idioten en Zenuwlijders, tot het Pro Persona van vandaag de dag. Maar ook die in de psychiatrie. We hebben een groot archief, met daarin onder meer handgeschreven jaarverslagen, beschikken over uniformen en attributen. Daar vertellen we dan het nodige bij. Ook over ervaringen die we zelf hebben opgedaan.’


‘In het museum draait het om de ontmoeting en de gesprekken met elkaar. Die passie voor de mens en zijn geschiedenis staan nog steeds bovenaan voor mij in het vrijwilligerswerk.’ Een geschiedenis die ook deel uitmaakt van haar eigen. ‘Ik ben hier in 1966 begonnen als socio-therapeutisch assistent. Een geweldige combinatie: studeren, werken, wonen én geld verdienen. Allemaal hier op het terrein. Ik was achttien. Wist nog niets. Dat was heel intens: ik ben hier gevormd.’


‘Ik ben hier gevormd’

Ric van Tol

Vrijwilliger dagbesteding Multi Complexe Zorg


Vanwege zijn werk binnen een internationale Research & Development-organisatie is Ric iedere maand op pad in het buitenland. Dat weerhoudt hem er echter niet van om daarnaast iedere drie à vier weken in Wolfheze te zijn. Daar bezoekt hij al zo’n vier jaar een cliënt van Pro Persona. ‘Meestal ben ik er op zondag, af en toe op een doordeweekse avond. Dan hebben we vaak een paar fijne uren samen.’


‘Zoals zoveel mensen ben ik donateur van enkele goede doelen, maar dat is eigenlijk nogal passief. Het geeft een ander soort voldoening om zélf betrokken te zijn. Daarom heb ik destijds de vrijwilligerscentrale van Pro Persona benaderd. Degene die ik bezoek is een plezierig en bijzonder mens, intelligent en breed geïnteresseerd. Wel is hij behoorlijk beschadigd vanwege een heftige periode in zijn jonge leven. Toen ik hem leerde kennen, zat hij op Octaaf. Hij maakte een ongelukkige indruk, was er slecht aan toe en kon zijn draai niet goed vinden binnen die groep. Ik had het naïeve idee dat andersoortige aandacht en interactie hem wellicht goed zou doen. Dat bleek in het begin niet zo vanzelfsprekend, maar na vier jaar durf ik wel te zeggen: die paar uurtjes doen ongelooflijk goed! Toen ik hem vertelde over dit interview zei hij: 'Zeg ze maar dat ik sloom was toen ik jou leerde kennen, nu ben ik actief.' Misschien vertelt dat zijn verhaal wel in een notendop.’


Ze fietsen, wandelen, gaan naar een concert of museum en hebben zijn ouders bezocht. ‘Hij heeft vaak diepgaande gedachten, strooit met interessante weetjes. Dat is leuk en leerzaam voor ons allebei.’


In het begin was het contact frequenter. ‘Die behoefte is nu minder. Hij heeft via social media contact gelegd met vrienden van vroeger, werkt op de tuinderij en speelt gitaar. We hebben samen een gitaarleraar uitgezocht en het budget geregeld. Er zijn meerdere momenten geweest dat hij een soortgelijke stap kon zetten, met uitzicht op een baan of klusje, maar dan liet hij het toch afweten. Ook nu dreigde eenzelfde scenario toen hij er de tweede gitaarles niet was. We hebben er met elkaar over gesproken, dit zijn immers juist de momenten om aan je toekomst te werken! Hij heeft uiteindelijk met veel toewijding de lessen gevolgd.’


‘Hij woont nu zelfstandig op het terrein. Heeft deze zomer zelf een korte vakantie geregeld, met professionele begeleiding, maar toch. Ik zou het fantastisch vinden als het hem lukt om nog eens buiten de hekken een bestaan op te bouwen. Sterker: ik verwacht dat hem dit gaat lukken. Hij zit op een open groep, kan natuurlijk op pad, maar de meeste interactie is toch met andere cliënten. Misschien dat een vrijwilliger iemand letterlijk even uit zijn omgeving kan halen, zodat hij of zij weer een stapje kan zetten.’


‘Die paar uurtjes doen ongelooflijk goed’

Sharon Oonk

Vrijwilliger afdeling Langenberg/Valkenberg


Psychologiestudente Sharon Oonk besloot zich vorig jaar aan te melden als vrijwilliger bij Pro Persona. ‘Ik zat in het tweede jaar van mijn bachelor-opleiding en vond het jammer dat er binnen de opleiding tot dan toe weinig ruimte was geweest voor praktijkervaring. Via-via werd ik getipt over het maatjesproject. Na een gesprek met de begeleiders van dit project kreeg ik al gauw bericht dat er een cliënt was gevonden bij wie ik mogelijk zou passen en andersom.’


Na een eerste kennismaking in het bijzijn van de begeleiders volgde drie weken later de eerste echte afspraak. ‘We hebben toen veel gepraat om elkaar te leren kennen en aan te voelen. We hebben vlakbij wat gedronken en gewandeld. Inmiddels zijn we ook wel eens een dagdeel op pad. Zo gaan we regelmatig naar de film en hebben we een wedstrijd van NEC bezocht. We proberen steeds nieuwe activiteiten te ondernemen.’


Sharon kent in grote lijnen het levensverhaal van de man die ze bezoekt. ‘Hij heeft het moeilijk gehad, is op jonge leeftijd al in de psychiatrie terecht gekomen. Ik ken zijn stoornissen enigszins, maar vraag daar niet naar. Dat vind ik niet mijn rol, maar die van zijn behandelaren.’


Het is een vriendschappelijke relatie met grenzen. Sharon: ‘Telefonisch contact gaat via de afdeling en afspraken gaan buiten mijn huis om. Die regels geven ons beiden rust en duidelijkheid. Als we hebben afgesproken, haal ik hem altijd op en breng ik ‘m weer netjes ‘thuis’. Hij zit nu op een open afdeling dus eigenlijk hoeft dat niet, maar ik vind het een fijn idee.’


‘Ik vind het boeiend om zijn vooruitgang te zien en bijzonder dat ik daar een klein stukje van mee mag maken. Daarbij is het gewoon leuk. Zo hebben we bijvoorbeeld een eigen humor ontwikkeld. Ik zie hem steeds meer op eigen benen staan. Hij heeft nu zelfs perspectief op begeleid wonen. Het zijn zúlke sprongen! Ik zie hem steeds meer van het leven genieten.’


‘Een vriendschappelijke relatie met grenzen’
Sluitenvorige pagina'svolgende pagina's
Sluiten

Reactie

Stuur een reactie naar de redactie
Sluiten