Eerlijk gezegd weet ik niet goed wat me te wachten staat. Ik ben benieuwd. Niet in de laatste plaats omdat ik vanuit mijn eigen werkkamer uitzicht heb op de tuin van Eikenhorst. Zo af en toe zie en hoor ik er mensen, maar ik ken de afdeling, cliënten en medewerkers niet. Met mijn schrijfblok en camera stap ik onbevangen naar binnen en voordat ik het weet zit ik in de dagelijkse realiteit van Eikenhorst. Een cliënt blijkt onvindbaar. Monique heet me kort welkom, maar kan me begrijpelijkerwijs nu geen wegwijs maken. Ik stap de kamer van de activiteitentherapie binnen. Hier verzamelen cliënten en medewerkers zich om na een kop koffie of thee te gaan zwemmen. Er wordt gesproken over politici (tot grote hilariteit door een van de cliënten ‘knakworsten’ genoemd) en bootvluchtelingen. Dat inhoudelijke verrast me. Ik krijg argwanende blikken en vertel waarom ik er ben. Voor de één reden om me koffie aan te bieden, voor de ander om met klem aan te geven absoluut niet in beeld te willen.

purper 36
jaargang 6 2015
03

Eikenhorst is een afdeling van Pro Persona waar ongeveer 20 cliënten met een verstandelijke beperking én psychiatrische problemen verblijven. Volgens teamleider Monique een unieke afdeling waar het draait om het leggen van contact, veelal zonder woorden, omdat woorden voor deze bewoners weinig betekenis hebben. Redacteur Arend-Jan Alberts liep voor Purper Online een etmaal mee en laat de 24-uurs zorg binnen Eikenhorst zien in tekst en beeld.



‘Elke cliënt
is een puzzel’
13.54 uur
‘Ik doe hier leuke dingen, vind het gezellig!’

Met rode hoofden van de inspanning en de warmte van het zwembad komt iedereen naar buiten. Er wordt veel gekletst, over relaties, gedrag van anderen, maar vooral ook over zichzelf. Dan komt een van de cliënten betraand naar buiten. Ze had het idee dat iedereen op haar moest wachten en is daardoor echt van haar stuk. Activiteitenbegeleidster Wilma ontfermt zich over haar: ‘Wij vervullen een vertaalrol, ondertitelen het gedrag van andere mensen. Er zit vaak een groot verschil in hun verbale vermogens en wat ze snappen, of voelen. We moeten dus veel navragen. Iedere cliënt heeft een ander niveau en ook de verstandelijke beperking wisselt. Hoe lager het niveau, hoe moeilijker het is om psychiatrische klachten te herkennen. Daarbij hebben ze vaak al een trieste geschiedenis en weinig gevoel voor eigenwaarde. We puzzelen om er voor te zorgen dat mensen zich veilig voelen. Deze mensen zijn kwetsbaar maar ook eerlijk, recht voor z’n raap. In die zin een heerlijke doelgroep!’


Activiteitenbegeleider Willem: ‘Uiteindelijk gaat het om vertrouwen. Veel van deze mensen vertrouwen niemand. Er wordt vreemd tegen ze aangekeken. Dat voelen ze, zelfs hier. Ze zijn buitenbeentjes. We proberen hun vertrouwen stapje voor stapje te winnen. Daar gebruiken we vooral activiteiten voor, iedere dag samen wandelen, koffiedrinken, knutselen. Onze cliënten kunnen niet zo veel met taal, dus richten we ons vooral op de zintuigen, op zicht, gehoor.’

15.43 uur

‘Het is een heerlijke doelgroep!’

16.45 uur

Ik pendel wat heen en weer tussen de open en de gesloten afdeling. Er wordt gekletst, rustig gezeten, een sigaretje gerookt. Ik herken wat mensen van het koffiedrinken eerder die middag of van het zwemmen. Dan is het op de open groep tijd voor een groepsgesprek. Ik ga iets verderop aan een tafel zitten en luister naar de zeven cliënten die met verpleegkundige Karin in gesprek gaan. Het gaat over problemen van huiselijke aard en hygiëne, maar ook over cake bakken en een filmavond. Na afloop heeft Karin nog wat korte een-op-een-gesprekjes in de tuin. Ik zie aan hun lichaamshouding dat deze persoonlijke aandacht de cliënten goed doet.

Het is tijd om te eten. Ik kom cliënten tegen die ik daarvoor nog niet heb gezien. En net als bij het koffiedrinken zijn er verschillende taakjes te doen, zoals tafel dekken, afruimen en de vaatwasser inruimen.

17.30 uur
18.17 uur

Karin meldt aan Marjon, die coördinerende dienst heeft, dat de cliënt die eerder onvindbaar was, weer op zijn kamer is. Hij heeft de deur dicht gedaan en wil geen contact. Niet veel later is het in de personeelskamer, die strategisch tussen de open en gesloten groep ligt, een drukte van belang. Er wordt veel gebeld. Met contactpersonen om te zeggen dat de cliënt weer terug is. Met collega’s om te bespreken wat nu te doen. Er komen steeds meer mensen binnen, waaronder de arts, het avond- en nachthoofd en mensen van de beveiliging. Het plan van aanpak wordt doorgesproken. Niet veel later keert iedereen naar zijn werkplek terug. De cliënt is uiteindelijk op eigen initiatief in afzondering gegaan. Voor Marjon wacht een volgend issue. Een van de cliënten ziet het niet meer zitten en heeft zich huilend in haar kamer teruggetrokken. Er wordt gevraagd naar mogelijke suïcidale neigingen. Marjon gaat snel langs.

18.30 uur

Wat me opvalt, zijn de piekmomenten. Waar het nog geen tien minuten geleden alle hens aan dek was, is de spanning nu weer volledig uit de lucht. Ik drink een kop koffie bij de automaat, terwijl enkele begeleiders een hapje eten. Aan tafel gaat het over van alles en nog wat, er wordt gelachen maar toch ook gesproken over het werken op Eikenhorst en wat dit met zich meebrengt. Begeleider Marc: ‘Ik heb op diverse plekken gewerkt, maar pas hier écht geleerd om over mijn eigen grenzen te stappen.’

19.03 uur

Een cliënt die mee was naar het zwembad, komt naar me toe. Hij zegt dat hij binnenkort naar een andere woonvoorziening gaat. Zijn nieuwe begeleider is op bezoek en wordt door hem met veel enthousiasme rondgeleid. Ik proef het perspectief in zijn woorden. Niet veel later vraagt een cliënte aan Marc hoe lang ze nog moet wachten voor ze om 19.30 uur een familielid mag bellen. Marc geeft aan nog een half uurtje. Dat herhaalt zich een paar keer. ‘Tijd’ blijkt een abstract begrip.

‘Tijd blijkt

een abstract begrip’

20.15 uur

Verpleegkundige Karin: ‘De dynamiek maakt het leuk. In elke situatie moet je nadenken over hoe je het best kunt reageren, de-escaleren, aanpassen aan het niveau van de cliënt. Ik ben in die zin continu aan het schakelen.’

00.00 uur – 06.00 uur nacht
07.02 uur

Verpleegkundige Jaap komt net uit de nachtdienst: ‘We zijn ‘s nachts met z’n tweeën. Dat betekent dat er dus altijd iemand aanspreekbaar is, ook als de ander bijvoorbeeld bij iemand op de kamer is. Dat geeft veiligheid voor de mensen op de groep en geeft ons meer rust, omdat er altijd wel iemand is die niet kan slapen, een beker warme melk wil, verschoond moet worden, of even een sigaretje wil roken. Daarbij zetten we de medicatie vast klaar. Dat doen we ’s nachts, dan is het rustig. De groep is heel divers, ook qua niveau. Hierdoor komt er veel creativiteit bij kijken. Er is geen standaardoplossing. Je moet je zelf inzetten bij een probleem. En het is mooi te zien dat mensen opknappen, dat ’t beter gaat, dat ze een beetje zichzelf worden!’

‘Mooi te zien dat mensen opknappen, een beetje zichzelf worden!

07.48 uur

Met verpleegkundige Niels loop ik de gesloten groep op voor de eerste wekronde. Ik heb een pieper meegekregen, waarmee ik alarm kan slaan. Het is rustig op de groep. Een cliënt zit voor de televisie, een tweede rookt een sigaret in het rookhok. Langzaam ontwaakt de groep en komen mensen met kleren onder hun arm vragen of ze mogen douchen. Niels helpt ze op weg. Het valt me op dat hij, net als zijn collega’s, steeds eerst op de deur klopt, voordat hij deze opent. De cliënten die mij al eerder zagen, zeggen vriendelijk goedemorgen en vragen belangstellend of mijn verhaal al klaar is. De rapportages worden doorgenomen, medicatie verstrekt.

08.30 uur

De ontbijttafel wordt gedekt, Niels helpt een cliënt met zijn oogdruppels en de eerste cliënten schuiven aan tafel. Na een moment van stilte wordt er gegeten. Niet alleen aan tafel. Een enkeling komt binnen, pakt een boterham, verspreidt met zijn vingers hagelslag gelijkmatig over de boterham en verdwijnt met een glas melk naar zijn kamer. Een van de cliënten aan tafel mag ook zijn kamer opzoeken. Niels spreekt hem enkele keren aan op zijn taalgebruik. Als dit niet werkt, mag hij even in alle rust nadenken.

09.15 uur

Het is bijna tijd voor de dagelijkse ochtendwandeling. Er is wat drukte op de gang. Een cliënte aan tafel vraagt wat er aan de hand is, wordt onrustig. Voor Niels het signaal om in te grijpen. Zo snel als de onrust ontstond, is deze niet veel later ook weer weg.

09.50 uur

In de personeelskamer belt senior-verpleegkundige Loes over een nieuwe cliënt die zo arriveert. Collega Tanya neemt bestellijsten door en belt met de huisarts en apotheek. Degene die wil, gaat naar de kamer van de activiteitentherapie. Een van de cliënten belt de kapper. Niels: ‘Wat ze zelf kunnen, laten we ze ook vooral zelf doen.’

‘Wat ze zelf kunnen, laten we ze ook vooral zelf doen’
11.06 uur

Teamleider Monique: ‘De afgelopen jaren is er veel veranderd op Eikenhorst. We hadden eerst één team voor beide groepen. Nu heeft iedere afdeling zijn eigen kernteam. Hierdoor weet de leiding beter wat er speelt. Ook zijn we veel consequenter in het handhaven van gemaakte afspraken en regels. Op grensoverschrijdend gedrag volgt snel een interventie, zoals iemand even uit de groep halen. Ook is er veel geïnvesteerd in goede verpleeg- en behandelplannen. Het aantal incidenten is hierdoor enorm teruggelopen. We spreken elkaar meer aan op ongewenst gedrag, schuiven de zaken niet meer onder tafel, maar proberen ze er juist op te krijgen. Dat maakt de sfeer in het team ontspannen. Daar is de cliënt bij gebaat. Iedere cliënt is een soort puzzel. Hoe kun je iemand bereiken, wat werkt wel of juist niet? Dat zit in de kleine dingen. Beter maken lukt niet, hun verstandelijke handicap houden ze, wel kunnen we handvatten geven waarmee zij binnen hun mogelijkheden aan een toekomst bouwen.’

11.53 uur

Ik heb mijn pieper ingeleverd en werp nog een laatste blik in beide woonkamers en de personeelskamer. Ik denk aan wat ik heb gezien, gehoord. De toewijding van het team, het hart voor de cliënt. De rust die er heerst, maar ook dat deze in een oogwenk is doorbroken. Maar vooral aan de cliënten, hun verhalen en hoofdbrekens. Aan het perspectief dat ze hebben. En daarmee aan de woorden van verpleegkundige Jaap: ‘We helpen ze een beetje zichzelf te worden’. Dan valt de schuifdeur achter me in het slot.

‘Samen genieten van de kleine dingen en binnen de eigen mogelijkheden aan een toekomst bouwen’
Dit artikel bevat:
Activiteitenbegeleidster

Wilma:

Verpleegkundige

Jaap:

Verpleegkundige

Niels:

Teamleider

Monique:

De afzondering wordt nabesproken in de personeelskamer. Er worden afspraken gemaakt over medicatie, controles en metingen. Daarna neemt Marjon even gemakkelljk een verslag door met een stagiaire.

20.45 uur
Sluitenvorige pagina'svolgende pagina's
Sluiten

Reactie

Stuur een reactie naar de redactie
Sluiten