Gina Ferrari werkt als junior onderzoeker bij Pro Persona en doet onderzoek naar experimentele behandelvormen bij chronische depressie. Haar promotieonderzoek doet ze aan de Radboud Universiteit.
Door Arend-Jan Alberts
Mensen met een depressie worden erg in beslag genomen door hun sombere gedachten. Negatieve informatie wordt sneller verwerkt dan neutrale of positieve informatie. Hierdoor kunnen interpretaties, geheugen en aandachtsprocessen negatief worden vertekend. ‘Dit is een automatisch proces en daarom moeilijk bewust te beïnvloeden,’ stelt Gina. ‘Via het selectief trainen van aandachtsprocessen hopen we manieren te vinden om deze problemen toch terug te kunnen dringen.’
Meetmomenten
Dat trainen gebeurt aan de hand van een computerprogramma. Hierin wordt de deelnemer in acht sessies herhaaldelijk en selectief blootgesteld aan emotionele beelden. Voor en na de training, die twee weken duurt, worden de veranderingen in cognitieve en depressieve klachten gemeten. In het jaar erna zijn nog drie meetmomenten, uitsluitend via internet. In de eerste sessie bij Pro Persona krijgt de deelnemer uitleg en instructie. Vervolgens kan hij thuis aan de slag.
Training vervangt behandeling niet
‘Het thuiswerk vraagt zelfstandigheid en discipline van de deelnemer, maar geeft hem ook veel ruimte om op een voor hem gewenst tijdstip aan de slag te gaan.’ Gina vervolgt: ‘Er hoeft dus niet altijd een therapeut aanwezig te zijn. Waarbij vooropgesteld dat de training de behandeling niet vervangt. Wel kan het een goede toevoeging zijn aan de reguliere behandeling, of als interventie worden aangeboden tijdens de soms lange wachtperiode.’
Kortere wachtlijst
De veranderingen in het zorglandschap, vooral de opsplitsing in Basis GGZ en Specialistische GGZ, hebben vergaande invloed op het onderzoek van Gina. ‘De training en daarmee het onderzoek waren in eerste instantie geënt op mensen die op de wachtlijst staan. Om hen alvast iets te bieden, zodat ze al aan de slag konden. Maar de wachtlijst is aanzienlijk korter geworden. Dat is natuurlijk goed nieuws voor die mensen, maar wij kunnen het onderzoek niet meer uitvoeren zoals bedacht.’
Aanpassing onderzoeksvraag
Samen met haar begeleiders Jan Spijker (hoofd zorgprogramma Stemmingsstoornissen, hoogleraar Radboud Universiteit), Eni Becker (hoogleraar Radboud Universiteit) en psycholoog Esther Lansdaal is besloten om de onderzoekspopulatie en daarmee ook de onderzoeksvraag aan te passen. Uitkomst: iedere cliënt van Pro Persona met depressieve klachten mag meedoen. ‘Daarmee is het effect van de training in de wachttijd lastig te meten,’ aldus Gina. ‘Dat is vanuit wetenschappelijk perspectief jammer. Wat overeind blijft, is de relevantie van aanvulling op de bestaande behandeling. Dat kunnen we in drie stadia meten: bij mensen die wachten op behandeling, al in therapie zijn, of tijdens de training kunnen starten met de behandeling. Die combinatie met de behandeling biedt nieuw perspectief. Vormt de training een goede voorbereiding op de therapie, of werkt deze juist beter als iemand al in behandeling is?’
Geen drop outs
De cliënten die al meedraaien -de eerste startte in augustus 2014- vinden het goed te doen al is het soms een ‘saaie taak’. Maar bovenal vinden ze het positief dat ze kunnen bijdragen aan de ontwikkeling en het verbeteren van de huidige behandeling bij depressie. Wat volgens Gina het meest in het oog springt, is dat de deelnemers nauwelijks gestimuleerd hoeven te worden. ‘Je zou misschien juist bij mensen met een depressie verwachten dat je ze een herinnering zou moeten sturen, maar we hebben vooralsnog geen enkel probleem met drop outs, of motivatie. Ze zijn blij om al aan de slag te kunnen!’
Toegepast onderzoek
Zelf vindt Gina het onderzoek ook leuk om te doen. ‘Het is toegepast onderzoek. Ik ben niet alleen bezig met processen, of heel ver weg van therapie. Ik kijk nu écht in de praktijk hoe ik de behandeling kan verbeteren.’
Gina: ‘Ik hoop dat we met de training iets kunnen toevoegen aan de bestaande behandelmethodes en het herstel van depressie kunnen bevorderen. Volledig herstel is lastig, ook na therapie. Daarnaast is terugval een belangrijk verschijnsel. Mogelijk vormt de training de ‘missing link’.’
Wil je meer weten over het onderzoek, of je aanmelden, neem dan contact op met Gina via: g.ferrari@propersona.nl.
naar missing link’