purper 30
jaargang 5 2014
09
AUTISME IN
EEN
GESLOTEN
SETTING
Maarten Calen (28) is expert op het gebied van autismespectrumstoornis (ASS). Hij werkt sinds 2008 als forensisch psychiatrisch begeleider in de Pompestichting, locatie LFPZ Zeeland (longstay).

Door Joyce Janssen
Maartens’ afdeling Bos is vorig jaar omgevormd tot een speciale autisme-afdeling, waar nu tien bewoners met verschillende vormen van ASS verblijven. In de longstay wordt niet meer behandeld, maar ligt de nadruk op kwaliteit van leven. Maarten vertelt over de zoektocht naar structuur in een hectische omgeving, met bewoners voor wie autisme slechts één van meerdere stoornissen is.

Aan het denken gezet
Toen ik net in de Pompestichting werkte, werd ik aan een bewoner gekoppeld met een autismespectrumstoornis. Hij heeft mij aan het denken gezet, ik wilde weten hoe ik hem zo goed mogelijk kon helpen. Ik ben toen informatie gaan zoeken op internet en heb een post-HBO opleiding in autisme gedaan. In april 2013 is in Zeeland een speciale autisme-afdeling geopend waar ik nu werk. Hier komt mijn kennis goed tot zijn recht. Ik geef af en toe voorlichting aan mijn team en ik adviseer bij twee casussen in de behandelkliniek in Nijmegen. Op onze afdeling hebben we Asperger en PDD-NOS door elkaar zitten. De bewoners hebben naast ASS ook persoonlijkheidsstoornissen, psychoses of een verslavingsachtergrond.

Dynamiek
De dynamiek is nu heel anders dan toen we nog een afdeling met voornamelijk persoonlijkheidsstoornissen zonder autisme hadden. Vroeger konden we bijvoorbeeld dubbelzinnige grappen maken, of gezamenlijk koken en eten, dat is allemaal minder geworden. Je kunt gewoon niet verwachten dat je gezellig met vijf autisten naar de tv gaat kijken. Dat zorgt vaak voor teveel prikkels. Daar staat tegenover dat we nu direct resultaat van ons werk zien. De bewoners hebben ons echt nodig om te functioneren en dat geeft veel voldoening.

Ingrijpen
We behandelen de autisten niet anders dan de andere tbs’ers die bij ons zitten. We hebben protocollen waar we ons als werknemer en organisatie aan moeten houden.
En ook al kun je iemands gedrag verklaren vanuit zijn ASS, dan zul je soms toch moeten ingrijpen.

Structuur in chaos
We hebben met het team een dagstructuur opgezet, met borden waarop staat hoe laat we open gaan, hoe laat we medicatie aanbieden, wie er die dag in dienst is. Alles om het voorspelbaar te maken. Voor sommige bewoners schrijven we de hele dag uit: van kwart over acht tot half negen douchen, om half negen medicatie, om negen uur ontbijten, om tien uur een gesprek. Bij één bewoner maak ik zelfs een agenda voor elk gesprek. Anders begint hij over de voeding omdat hij daar ontevreden over is en komt hij via allemaal zijstraatjes op radiofrequenties.

Oplopende stress
Het is lastig om de structuur op de afdeling vast te houden als er separaties, drugs- controles of urinecontroles zijn. Dat hoort nou eenmaal bij tbs. Gebeurt dit te vaak, dan zie je dat de stress gaat oplopen en dat kan weer een escalatie of zelfs separatie als gevolg hebben. Het blijft daarom zoeken hoe we het zó kunnen inrichten dat onze bewoners hier zo min mogelijk last van hebben.

Verkeerd stempel
Ik ben mentor van een bewoner bij wie autisme is geconstateerd toen hij al in de longstay zat. Tijdens zijn behandeling werd steeds aan hem gevraagd om empathie te tonen, of gevoelens uit te spreken. Dat kan een autist moeilijk. Als je daarop wordt afgerekend, krijg je een verkeerd stempel. Op Bos zitten 10 autisten, in de hele longstay ongeveer 15. Dat is een behoorlijk aantal op grofweg 90 bewoners. Ik denk dat dit niet voor niets is, zij hebben waarschijnlijk nooit een behandeling gekregen die gericht was op ASS.

In de kinderschoenen
Helaas staat de behandeling van autisme nog in de kinderschoenen, zeker bij volwassenen en al helemaal in de forensische psychiatrie waar vaak nog andere stoornissen meespelen. Ik help mee bij de ontwikkeling van het zorgpad autisme in de kliniek van de Pompestichting, zodat we ervoor kunnen zorgen dat de behandeling van patiënten met ASS straks beter gericht is op hun stoornis.

Levenscoach
Ik zou graag zien dat autisten in de behandelkliniek gekoppeld worden aan een vaste begeleider die van begin tot eind bij de bewoner blijft als een soort loopbaan- en levenscoach. Die coach krijgt een spilfunctie tussen patiënt, team, maatschappelijk werk en vaardigheidstrainer en zorgt ervoor dat de behandeling zo goed mogelijk op de patiënt aansluit. Hij vormt de stabiele factor wanneer de patiënt overgeplaatst wordt naar andere afdelingen. In de resocialisatie-fase draagt hij de patiënt geleidelijk over aan de vervolginstanties.

Teamwork
We hebben een leergierig team dat al langere tijd bij elkaar is en dat autisme interessant vindt. We leren van elkaar door te vertellen waar we tegenaan lopen, de theorie van autisme te raadplegen en te kijken wat we anders kunnen doen. We zorgen dat de communicatie goed verloopt, zodat iedereen voorspelbaar handelt naar de bewoners.
Ik heb hoog ingezet op informatievoorziening. Als het team het gevoel had dat een bewoner liep te spelen met zijn antwoorden, of antisociaal was, probeerde ik het op autisme te houden. Ik wilde duidelijk maken dat het ‘niet kunnen’ is in plaats van ‘niet willen’.
‘Vroeger konden we dubbelzinnige grappen maken.’
‘We doen alles om het voorspelbaar te maken.’
‘Ik heb hoog ingezet op informatie- voorziening.’
Sluitenvorige pagina'svolgende pagina's
Sluiten

Reactie

Stuur een reactie naar de redactie
Sluiten